12 do’s en don’ts voor het gebruik van een loopwagen

12 do’s en don’ts voor het gebruik van een loopwagen

Do’s

1. Kies de juiste loopwagen voor jouw kind: Let op de hoogte, stabiliteit en gebruiksgemak.
2. Zorg voor een veilige omgeving: Gebruik de loopwagen op een vlakke ondergrond en vermijd trappen en hellingen.
3. Begeleid je kind: Loopwagens zijn bedoeld als hulpmiddel om te leren lopen, let daarom op en moedig je kind aan.
4. Laat je kind niet te lang in de loopwagen zitten: Afwisseling met andere activiteiten is belangrijk voor de ontwikkeling.
5. Controleer de loopwagen regelmatig: Check of alle onderdelen stevig vastzitten en of er geen scherpe randen zijn.

Don’ts

1. Laat je kind nooit zonder toezicht in de loopwagen: Ongevallen kunnen in een oogwenk gebeuren.
2. Forceer je kind niet om te lopen: Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo, respecteer dat.
3. Gebruik de loopwagen niet op onveilige plaatsen: Vermijd keukens, badkamers en andere risicovolle ruimtes.
4. Laat je kind niet te lang achtereen in de loopwagen zitten: Regelmatig pauzes zijn belangrijk voor de doorbloeding van de benen.
5. Gebruik de loopwagen niet als opbergruimte: Zware voorwerpen kunnen de stabiliteit van de loopwagen verstoren.

Het gebruik van een loopwagen kan een leuke en leerzame ervaring zijn voor zowel ouder als kind. Met deze do’s en don’ts ben je goed voorbereid om veilig en verantwoord met de loopwagen om te gaan. Veel plezier met het ontdekken en ontwikkelen van nieuwe vaardigheden!